Van onze correspondent.
RIJSWIJK,
“Het is verbazingwekkend wat je allemaal tegenkomt, of liever gezegd, wat je niet tegenkomt in bestaande gevelspouwen.”
Aan het woord is Michiel van der Eijk (32), projectleider bij BOUWSTAD, sinds enkele jaren verantwoordelijk voor het marktsegment spouwmuurkeuring.
“Het is niet voor niets dat er onderzoek naar de constructieve veiligheid van hoge gevelspouwmuren wordt gevraagd en uitgevoerd. We komen het vaak tegen dat er veel te weinig spouwankers in de muur zitten. En dat is dan nog relatief gunstig, want je stuit ook wel op muurconstructies waar in het buitenblad geen enkel anker is te vinden. Echt levensgevaarlijk.”
Maar hoe lang staan die muren al wel niet. Waarin schuilt dan het gevaar wat je noemt.
“Een buitenblad moet, zeker als het over meer dan vier bouwlagen doorloopt, stevig aan het binnenblad vastzitten. In de jaren zestig, zeventig en zelfs ook nog in de tachtiger jaren paste men gegalvaniseerde spouwankers toe met een dikte van zeg maar 3 streep. Het was de bedoeling om er vier stuks per vierkante meter gevelmetselwerk van te verwerken.
Je kunt raden naar de redenen waarom of het er in de praktijk minder of zelfs veel minder zijn geworden. Ik heb die tijd niet meegemaakt, maar een aantal mensen van BOUWSTAD wel. Interview die maar eens hoe het er in die tijd aan toe ging”.
Goed, maar nogmaals: wat maakt de situatie naar jouw mening nu zo gevaarlijk ?
“Kijk, de levensduur van die gegalvaniseerde spouwankers is na zo’n veertig jaar ten einde. Als ze al in voldoende mate en op de juiste manier zijn verwerkt, dan vindt er corrosie plaats door inwerkend spouwvocht. En dat leidt tot zogenaamde doorsnede-vermindering.
Als je nu weet dat die spouwankers voornamelijk zijn bedoeld om de winddruk en vooral de windzuiging op het buitenblad op te vangen, dan heb je daar wel de hele ankerdoorsnede voor nodig.”
Je wilt dus zeggen dat bij stevige wind zo’n spouwmuur naar beneden kan komen ?
“Het kan niet alleen, het gebeurt ook. De laatste jaren hier in Rijswijk, in Groningen, Dordrecht, Nieuw Vennep en nog meer plaatsen in heel Nederland. Het mag een wonder heten dat zich tot op heden geen persoonlijke ongelukken hebben voorgedaan.
Je moet er niet aan denken wat voor impact zo’n twintig ton vallende stenen heeft. Je ziet overigens dat de stenen vaak niet loodrecht op een stapel terechtkomen, maar door de onderlinge inwerking tijdens de val nog ver van de muur vandaan kunnen komen. Heel gevaarlijk dus.”
Even terug naar vocht in de spouw. Uitgevoerde na-isolatie zou de spouw vochtiger maken, althans dat hoor je steeds vaker.
“Ja, we zien dat nageïsoleerde spouwen een slechter vochttransport hebben en dat de ankers daardoor sneller roesten en eerder hun constructieve waarde verliezen.”
Zijn gebouweigenaren zich wel van dit gevaar bewust ?
“Het gekke is dat je aan de buitenkant van de gevel meestal niets onheilspellends kunt zien. De muren staan er ogenschijnlijk goed bij. Vaak komt het initiatief tot onderzoek bij de gemeente vandaan via een advies of aanschrijving en professionele gebouwbeheerders laten ons spouwmuurkeuringen doen omdat ook zij de vakkennis hebben om het schademechanisme te doorzien”.
Hoe voer je zo’n onderzoek eigenlijk uit ?
“We inspecteren de totale gevels, brengen met detectie-apparatuur het aantal, het patroon en de positie van ankers in beeld, we schouwen de binnenkant door endoscopisch onderzoek en we halen op diverse plaatsen in de gevels nabij ankers enkele stenen weg om te zien hoe het anker is verwerkt en in welke conditie de ankers verkeren.
En passant brengen we de conditie van ondersteunende betonconstructies in kaart en de kwaliteit van het metselwerk in de vorm van het bepalen van de voeghardheid en de steenhechting”
Dat klinkt uitgebreid. Moet dat over de hele gevelhoogte en hoe hoog kom je dan ?
“Soms behoorlijk hoog, wel eens meer dan dertig meter. En dan te bedenken dat ik vroeger hoogtevrees had. Door deze oefeningen ben ik daar wel overheen en zwaai ik ontspannen vanuit mijn hoogwerker naar de bewoners, die soms zo vriendelijk zijn om ons, we zijn altijd met twee, koffie aan te bieden.”
Maar die bewoners, zeker als het de eigenaars zijn, zullen niet zo gauw met koffie klaar staan als de uitkomst van je onderzoek is dat er het nodige aan de spouwmuren mankeert.
“Dat is juist. Helaas is het zo dat in meerjaren onderhoudsbegrotingen het naverankeren of vernieuwen van kopgevels vrijwel nooit is voorzien.”
Zijn dat overigens de twee herstelmogelijkheden die je daar noemt ?
“Ja, waarbij je met een naverankeringsadvies de constructieve sterkte waarborgt en bij een vervangadvies ook de horizontale en verticale dilataties en de geveldragers inbrengt, nog afgezien van de mogelijkheid die je dan hebt tot het aanbrengen van spouwisolatie op een goede manier.
Als je dan ook nog eens voldoende roestvaststalen ankers gebruikt is de levensduur van de gevelspouwmuren bijkans langer geworden dan die van het gebouw zelf.”
Maken jullie bij zo’n ontwerp dan ook constructieve berekeningen ?
“We werken alles uit, maken aanbestedingsgereed en begeleiden de uitvoering van A tot Z. Voor de constructieberekeningen hebben we een samenwerkingsverband met Ingenieursbureau SmitWesterman.”
Michiel stapt op naar zijn volgende klus. Dit keer slechts op twintig meter hoog.